Onderzoek naar de stoffen in de installatie

Een lijst aanleggen van stoffen

De doelstelling van een Planop-studie is het identificeren en documenteren van de mogelijke scenario’s voor de verschillende veiligheidsfuncties. In deze scenario’s zijn de beveiligingslagen opgenomen, en aan deze beveiligingslagen zijn de concrete maatregelen gekoppeld die genomen worden om de procesrisico’s te beheersen.

Voor het opstellen van die scenario’s is een grondige kennis van de aanwezige stoffen noodzakelijk. De stoffen bepalen immers wat de mogelijke gevolgen zijn van ongewenste vrijzettingen uit de installatie, en ze kunnen uiteraard ook een rol spelen in het veroorzaken van de ongewenste vrijzettingen.

Scenario’s worden gekoppeld aan secties, dus is het ook aangewezen om voor elke sectie te onderzoeken en te documenteren welke stoffen er aanwezig zijn (in normale of in abnormale omstandigheden). Bij het aanleggen van een lijst van stoffen per sectie, worden stoffen geselecteerd uit een algemene lijst van stoffen. Het is dus handig om een Planop-studie aan te vangen met het aanleggen van een zo volledig mogelijke lijst van stoffen die in de installatie aanwezig zijn of kunnen zijn.

Bij het definiëren van de stoffen is het belangrijk om niet alleen de stoffen in te voeren die een hoofdrol spelen in het proces. Stoffen die in kleine hoeveelheden aanwezig zijn of slechts onder afwijkende omstandigheden in de installatie terecht kunnen komen, verdienen ook aandacht in een procesveiligheidsstudie. Zulke stoffen kunnen bijdragen tot de procesrisico’s op verschillende wijzen, zoals bijvoorbeeld:

  • door op te treden als reagens of katalysator in ongewenste reacties;
  • door het corrosiegedrag van een mengsel te wijzigen;
  • door het vlampunt van een mengsel te wijzigen.

Indien dit voor de analyse praktischer is, is het uiteraard ook mogelijk om een mengsel of processtroom met eigen karakteristieke eigenschappen als een aparte stof in Planop te definiëren.

Eigenschappen van stoffen documenteren

Voor elke stof in de databank zijn de volgende informatievelden ter beschikking:

  • naam
  • tag
  • omschrijving
  • gevaren

Het veld Tag is bedoeld voor het vermelden van een alternatieve naam, die men soms binnen een bedrijf aan een stof geeft, omwille van de eenvoud of omwille van confidentialiteit.

In het tekstveld Omschrijving kan een toelichting gegeven worden bij de stof of desgevallend bij het mengsel of de processtroom. In de omschrijving kan in beperkte mate gebruik worden gemaakt van tekstopmaak-mogelijkheden zoals vette tekst, cursieve tekst of opsommingen.

In het tekstveld Gevaren kan men de gevaren van de stof documenteren.

Het is aan elke gebruiker om te bepalen in welke mate men een beroep doet op deze velden, om informatie over de stoffen te documenteren en ter beschikking te stellen van de analisten (de opstellers van scenario’s) en diegenen die de Planop-studie consulteren.

Hoe meer informatie men invoert in de Planop-studie zelf, hoe gemakkelijker ze kan opgeroepen en geconsulteerd worden. Anderzijds kan het zijn dat deze informatie reeds op een andere wijze in het bedrijf werd gedocumenteerd en ter beschikking gesteld. Het invoeren van deze informatie in Planop kan dan gezien worden als dubbel werk. Het is in dit verband nuttig om te wijzen op de mogelijkheid om aan elke stof in Planop documenten en links naar intranet- of internetpagina’s te koppelen (zie Bijlagen).

Voor elke stof kan men tenslotte aanduiden of de stof universeel is. Dit betekent dat de stof aanwezig kan zijn in (quasi) elke sectie (bijvoorbeeld zuurstof, water,…). Universele stoffen worden steeds opgenomen in de interactiematrix per sectie, ook al werd de betrokken stof niet uitdrukkelijk opgenomen in het lijstje van mogelijk aanwezige stoffen voor de betrokken sectie.