Gebruik van Layers Of Protection Analysis

Achtergrond:

Het gebruik van LOPA als ondersteuning van de evaluatie van scenarios is enkel mogelijk in de veiligheidsfunctie Beheersen van processtoringen.

LOPA toepassen

Om LOPA te gebruiken op een scenario, kruist u in het tabblad LOPA van de Scenariofiche het aankruisvakje “Lopa gebruiken” aan en vult u een “LOPA richtfrequentie” in.

Planop zal nu proberen uit de oorzakenboom de paden te bepalen tussen de begingebeurtenis en de eindgebeurtenis en voor elk pad de bijhorende frequentie te berekenen. Indien dit lukt, wordt onderaan het tabblad het resultaat weergegeven. Klik op de naam van de initiële gebeurtenis om een detailweergave van de berekening te zien.

Indien planop er niet in slaagt om deze paden te bepalen, betekent dit dat de oorzakenboom niet voldoet aan de vereisten. In het tabblad Oorzakenboom ziet u nu onderaan in het rood aangegeven welke de oorzaken zijn waarom planop de LOPA-berekening niet kan uitvoeren.

Zodra u de boom gecorrigeerd heeft, zal het resultaat verschijnen in het tabblad LOPA.

Indien voor een LOPA-pad de berekende frequentie de richtfrequentie overschrijdt, wordt dit pad in het vet weergegeven.

Opgelet: Het resultaatveld in het tabblad Evaluatie wordt NIET automatisch aangepast. De evaluatie van een scenario is de taak van een multidisciplinair team van mensen. De LOPA-berekening is slechts een onderdeel van de factoren waar dit team mee rekening houdt. Het aanduiden dat een scenario Voldoende wordt geëvalueerd moet bijgevolg manueel gebeuren.

Het resultaat van de LOPA-berekening

Het resultaat van de LOPA-berekening

Frequenties en betrouwbaarheden

Begingebeurtenis

De begingebeurtenis in een oorzakenboom kan twee vormen aannemen:

  • een oorzaak van het type “Gebeurtenis”;
  • een controlemaatregel, waarvan de faling de start vormt van het scenario.

Het invullen van de frequentie van de begingebeurtenis gebeurt als volgt:

  • voor een oorzaak, opent u de oorzaakfiche en vult u daar de frequentie in;
  • voor een controlemaatregel, opent u de beveiligingslaagfiche, kies bij “Reltype” voor Faalfrequentie en vul daaronder de faalfrequentie in.

Beveiligingslagen

De betrouwbaarheid van een beveiligingslaag kan op twee manieren worden uitgedrukt:

  • voor maatregelen met een “lage” aanspreekfrequentie vul je een Probability Of Failure on Demand (PFD) in. De frequentie van het ongewenste falen van de maatregel is de aanspreekfrequentie x de PFD;

  • voor maatregelen met een “hoge” aanspreekfrequentie vul je een faalfrequentie in. Elke faling van de maatregel zal door de hoge aanspreekfrequentie immers leiden tot het ongewenste gevolg. De frequentie van het gevolg is daarom gelijk aan de faalfrequentie van de beveiligingslaag. In dat geval worden de waarden van de onderliggende oorzaken en/of maatregelen in de berekening genegeerd.

    In de resultaatsfiche van de berekening worden de waarden die niet gebruikt werden grijs gearceerd.

Enabling conditions

Indien een ongewenst gevolg enkel kan optreden indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, kan je een enabling condition invoeren. Daartoe voeg je op de juiste plaats een tweede oorzaak in (planop creëert automatisch een OF poort), maak van de OF poort een EN poort en maak van de oorzaak een “toestand”.

Ga naar de oorzaakfiche van de toestand en voeg daar de probabiliteit in. Dit is de fractie van de tijd dat de “enabling condition” vervuld is.

Let op: de enabling condition moet onafhankelijk zijn van de gebeurtenissen in de andere tak van het scenario!

Eventueel kan je de enabling condition ook uitwerken via een oorzakenboom. Gebruik je een controlemaatregel waarvan de faling aanleiding geeft tot de enabling condition, moet je in de beveiligingslaagfiche het reltype “Beschikbaarheid” gebruiken. De probabiliteit van de enabling condition wordt daar dan van afgeleid.

Enabling conditions

Enabling conditions

Manueel bepalen van de frequentie van een tussenliggende oorzaak

Soms kan je de frequentie van een tussenliggende oorzaak nauwkeuriger schatten dan de frequenties van de onderliggende oorzaken. In dat geval kan je in de oorzaakfiche direct de gekende frequentie invullen.

In dat geval houdt planop géén rekening meer met de waarden die zijn ingevuld bij de onderliggende oorzaken. Door het invullen van een frequentie op een hoger niveau geef je aan dat je de andere waarden wil negeren.

In de resultaatsfiche van de berekening worden de waarden die niet gebruikt werden grijs gearceerd.

Afhankelijkheden

Afhankelijkheden (eigenlijk niet-onafhankelijkheden) voer je in onderaan het tabblad Oorzakenboom.

Planop kent twee types afhankelijkheden:

  • beveiligingslaag - beveiligingslaag
  • beveiligingslaag - oorzaak
Afhankelijkheden

Afhankelijkheden

Via Toevoegen voeg je een afhankelijkheid toe. Je kiest eerst een beveiligingslaag en dan een beveiligingslaag of een oorzaak.

De afhankelijkheden in het lijstje worden automatisch genummerd. In de oorzakenboom wordt achteraan de naam van elementen die deel uitmaken van een afhankelijkheid deze nummer(s) tussen haakjes weergegeven.

Bij de LOPA-berekening wordt automatisch bepaald welke beveiligingslagen niet in rekening mogen worden gebracht. In de resultaatsfiche van de berekening worden de waarden die niet gebruikt werden grijs gearceerd.

Om een afhankelijkheid te verwijderen, klik je op het nummer, waarna je in de fiche op Verwijderen kan klikken.

De detailfiche van de LOPA-berekening

De detailfiche van de LOPA-berekening

LOPA scenariolijst

In de lijstenmodule vindt u bij de veiligheidsfunctie Beheersen van processtoringen in het tabblad LOPA scenarios een lijst van de berekende LOPA-paden. U kan deze lijst filteren om enkel de paden te zien waar er een overschrijding van de richtfrequentie is.